Via deze website bieden we u de mogelijkheid om uw eigen documenten samen te stellen. U selecteert de voor u relevante artikelen via de knop ‘toevoegen’ onderaan de artikelpagina’s. Vervolgens kunt u de artikelen als pdf via deze pagina downloaden.
Binnen het christendom zijn er drie hoofdstromingen gegroeid: de protestantse kerken, de rooms-katholieke kerken, en de oosters-orthodoxe kerken.
535: bisschop Domitianus zetelt in Maastricht.
7e eeuw: Britse missionarissen naar Nederland: Bonifatius, Lebuïnus, Liudger, Plechelmus, Willibrord.
695: Willibrord aangesteld als eerste aartsbisschop.
12e en 13e eeuw: kruistochten.
1517: start Reformatie. Luther, Zwingli, Calvijn bepleiten hervormingen in de katholieke kerk. Het leidde tussen een scheiding tussen katholieken – en gereformeerden en hervormden.
1566: Beeldenstorm: vernieling van katholieke kerken, interieurs, voorwerpen en boeken.
1637: eerste bijbelvertaling in het Nederlands.
1648: einde 80-jarige oorlog. Nederland verdeeld in Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (gereformeerd/hervormd) en de Spaanse Nederlanden (katholiek).
17e eeuw: protestantse groepen die elders vervolgd worden, vluchten naar Nederland (Hugenoten, Lutheranen).
1834: splitsing hervormde en gereformeerde kerk.
1948: in grondwet vastgelegd dat alle religies gelijkwaardig zijn voor de staat
1965: 2e Vaticaanse Concilie: liturgie voortaan in de volkstaal in plaats van in het Latijn; priester richt zich met het gezicht naar gelovigen in plaats van naar het altaar.
2004: oprichting van de Protestantse Kerk in Nederland; samengaan van hervormde, gereformeerde en evangelisch-lutherse kerken.
Utrecht, Domkerk – beeldenstorm © Anneloes van Kuijk
Het protestantisme is in de 16e eeuw ontstaan, uit kritiek op de katholieke kerk. Sindsdien zijn er veel verschillende protestantse stromingen ontstaan. Er is geen centraal gezag. De kerkgemeenschappen zijn van onderaf georganiseerd; vrijwel alle ambtsdragers worden gekozen.
In Nederland zijn veel gemeenschappen samengegaan in de Protestantse Kerk.
Een protestantse viering wordt een dienst genoemd. Centraal staat het Heilig Avondmaal. Men viert dan de Gemeenschap van Brood en Wijn. De meeste protestantse stromingen delen gegist brood.
De dienst wordt geleid door een predikant (aanspreekvorm: dominee)
De gemeenschap van kerkgangers die samenkomt in een bepaald kerkgebouw heet een gemeente.
Een gemeente wordt bestuurlijk geleid door een kerkenraad. Daarin hebben ouderlingen, diakens en de predikant zitting.
Het College van Kerkrentmeesters (ook wel: kerkvoogdij) beheert het onroerend goed, zoals het kerkgebouw, de pastorie en de kosterswoning. De pastorie is de ambtswoning van de predikant.
Verschillende gemeenten vormen samen een regionale classis. De classis staat onder leiding van een classispredikant.
De Protestantse Kerk telt 11 regio’s. Alle classis samen zijn vertegenwoordigd in de landelijke kerkvergadering: de generale synode. Dit is het hoogste bestuursorgaan.
De generale synode heeft een dagelijks bestuur: de moderamen. De voorzitter ervan heet preses, de secretaris heet de scriba.
Internationale gemeenten en gemeenten van migranten zijn gelijkwaardig aan andere gemeenten.
De rooms-katholieke Kerk bestaat in feite uit 24 afzonderlijke Kerken. Ze erkennen allemaal de paus als hoofd.
Vrijwel alle rooms-katholieken in Nederland behoren tot de Latijnse Kerk. Andere r.k.-kerken zijn bijvoorbeeld de Chaldeeuwse Kerk en de Ethiopisch Katholieke Kerk. Ook zij zijn gevestigd in Nederland. Deze Kerken heten geünieerde Kerken (omdat ze met Rome zijn verbonden) of ook wel oosters-katholieke Kerken (omdat ze vooral gevestigd zijn in en rondom landen in het Midden-Oosten).
De Oud-Katholieke Kerk staat niet onder het gezag van de paus, maar voelt zich wel verbonden met de r.k.-kerken.
Katholieke kerken zijn ’top-down’ georganiseerd: functionarissen worden van hogerhand aangesteld.
Een katholieke viering wordt een mis genoemd. Centraal staat de eucharistie. Daarin deelt men de communie uit. Dat is meestal een hostie: een stukje ongedesemd brood, vaak in de vorm van een ouwel. In oosters-katholieke kerken deelt men een stukje gegist brood uit: een prosfora.
De mis wordt geleid door een priester.
De gemeenschap van kerkgangers die samenkomt in een bepaald kerkgebouw is een parochie. Van oudsher bepaalde de woonplaats tot welke parochie iemand behoorde: de ’territoriale parochie’. Gemeenschappen die samenkomen op een andere basis, vormen ‘personele parochies’. Bijvoorbeeld voor binnenvaartschippers.
Een parochie wordt geleid door een pastoor. Dit is een priester die door de bisschop voor deze taak is aangesteld. Een pastoor wordt bijgestaan door een parochievicaris (ook wel: kapelaan).
Een bisschop delegeert vaak de leiding van zijn eigen parochie: aan een plebaan.
Een pastorie is de ambtswoning van de pastoor. De ambtswoning van een plebaan heet een plebanie.
Een parochie wordt bestuurlijk geleid door een parochiebestuur. Dit bestuur wordt aangesteld door de bisschop. De pastoor is voorzitter van het bestuur.
Enkele parochies kunnen samen een dekenaat vormen, onder leiding van een deken.
Vrijwel alle parochies vallen onder een bisdom (ook wel: diocees of eparchie). Het bisdom staat onder leiding van een bisschop.
Heel Nederland is één Kerkprovincie binnen de Latijnse Kerk. De Nederlandse Kerkprovincie bestaat uit 7 regionale bisdommen. Het hoogste bestuursorgaan is de Bisschoppenconferentie.
Het belangrijkste bisdom van een kerkprovincie is het aartsbisdom, onder leiding van een aartsbisschop. In Nederland is dat het bisdom Utrecht. De aartsbisschop staat tevens aan het hoofd van de Nederlandse Kerkprovincie; hij is daarmee metropoliet.
Het kerkgebouw en de inventaris is eigendom van de parochie. Maar voor belangrijke beslissingen is toestemming nodig van het bisdom.
De Nederlandse Kerkprovincie streeft ernaar dat migrantengemeenschappen van de Latijnse Kerk zich voegen in de ’territoriale’ structuren.
Parochies van de andere r.k.- Kerken vallen onder hun eigen bisdommen en tegelijkertijd onder het aartsbisdom Utrecht.
Er bestaat een groot aantal Orthodoxe Kerken. Elk heeft een eigen hoofd. Vaak zijn ze nationaal georganiseerd.
Er is geen overkoepelend centraal gezag; in principe zijn de hoofden van de diverse Orthodoxe Kerken aan elkaar gelijk.
De organisatie en hiërarchie lijkt erg op die van de katholieke kerken. Enkele andere benamingen:
Een patriarch is een bisschop die zeggenschap heeft over een patriarchaat, een kerkelijke regio.
De eucharistie heet hier: Goddelijke Liturgie. Daarbij wordt een prosfora uitgereikt, een stukje gegist brood.
In. het oosters-christendom worden ambtsdragers meestal met de voornaam genoemd: bisschop Boris.
De iconostase is de wand met iconen die de altaarruimte afschermt.
De oosters-orthodoxe kerken worden zelf als migrantenkerken gezien.