De rol van de VBMK in de Nationale Kerkenaanpak
23-05-2019 | VBMK-voorzitter Michiel Zonnevylle vertelt in een interview met Toekomst Religieus Erfgoed over de rol van de VBMK in de Nationale Kerkenaanpak.
“De kerkbestuurder van vandaag moet steeds meer manager zijn”
‘Veel mensen zien kerken vooral nog als gebouwen die uitsluitend een religieuze functie hebben’, stelt Michiel Zonnevylle van de VBMK, ‘maar de kerkgebouwen betekenen veel meer voor buurt, dorp of stad. Maar dat vraagt ook iets van de kerkbestuurder: hij moet ook steeds meer een manager zijn met financiële expertise.’
Michiel Zonnevylle is voorzitter van De Vereniging van Beheerders van Monumentale Kerkgebouwen in Nederland (VBMK) en partner in het programma Toekomst Religieus Erfgoed. Hij vertelt over de rol die VBMK speelt in de Nationale Kerkenaanpak.
Waarom doet de VBMK mee?
‘Het mooiste gebruik van een kerk is als kerk, maar het is ook mooi als een kerkgebouw met een andere functie behouden kan blijven. Daar maken we op allerlei manieren werk van. In 2008 werkten we tijdens het jaar van het Religieus Erfgoed samen met VNG bijvoorbeeld al aan een handreiking voor burgerlijke- en kerkelijke gemeenten over mogelijkheden voor hergebruik. En daarna werkten we ook mee ook met de Agenda Toekomst Religieus Erfgoed en dus nu aan het nieuwe programma. Het belang van kerkgebouwen motiveert ons daarbij.’
Hoe werkt de VBMK?
‘De VBMK is 35 jaar geleden opgericht. We zetten ons in voor goed beheer en gebruik van kerkgebouwen en het bevorderen van belangstelling voor dit erfgoed. De afgelopen decennia hebben we hard gewerkt om een netwerkorganisatie tot stand te brengen en praktische ervaringen uit te wisselen. Dat is heel belangrijk, want steeds meer kerken ondervinden problemen als het gaat om exploitatie en het delen van kennis. Inmiddels hebben we zo’n duizend kerkgebouwen in ons ledenbestand.’
Welke van de vijf programmalijnen staat het dichtst bij jullie?
‘Vooral het delen en ontwikkelen van kennis staat dicht bij ons. Dat doen we onder andere via themabijeenkomsten en publicaties. Samenwerking is belangrijk om kennis te kunnen delen. Zo werken we bijvoorbeeld samen met de Erfgoedacademie aan cursussen en organiseren we binnenkort met de VKB (de protestantse vereniging voor kerkrentmeesterlijk beheer) een bijeenkomst over de kerkbestuurder van de toekomst. Vroeger was de ideale kerkbestuurder vooral een trouwe kerkganger, maar tegenwoordig moet dat ook een manager met financiële expertise zijn.’
Wat heb je als gemeente aan de VBMK?
‘Er is veel waar gemeenten over moeten nadenken. We willen graag stimuleren dat kerkenvisies tot stand komen. Daarom is het belangrijk dat gemeenten zich verantwoordelijk voelen, de regie nemen en in gesprek gaan met alle kerkgenootschappen. Om vragen te stellen en te beantwoorden en om afspraken te maken. Wat gebeurt er met gebouwen die afgestoten worden? Worden die “hergebruikt” door een ander kerkgenootschap? En als dat niet meer aan de orde is, worden ze dan herbestemd of afgebroken? Is de gemeente dan bereid bestemmingsplannen aan te passen? Voor kerkgebouwen die voor de eredienst in gebruik blijven, zal multifunctioneel gebruik vaak een grotere rol gaan spelen. Past dat binnen de lokale regelgeving met betrekking tot horeca, parkeren enzovoort? Een kerkenvisie – en zeker het proces daarnaartoe – geeft inzicht in zulke vragen.’
Wat is jullie inzet in dit driejarige programma?
‘We willen stimuleren dat elke gemeente hard gaat werken aan een kerkenvisie, maar vooral ook dat er meer kennis wordt gedeeld. Er moeten sterke netwerken tot stand gebracht worden, ook tussen kerken onderling. Want het water komt tot aan de lippen. We moeten creatief worden en dat vraagt om samenwerking.
Een kerk is meer dan alleen een gebouw waarin mensen bijeenkomen. Kerken vormen bijvoorbeeld de grootste vrijwilligersorganisaties in Nederland. Veel kerken hebben nevenruimten met belangrijke functies voor het dorp: de biljartclub komt er bijeen, er zit een crèche in. Als de kerk wegvalt, wie voorziet dan in die behoefte? Mensen beseffen onvoldoende wat kerken zijn naast religieuze gebouwen. Op onze bijeenkomsten lopen we dan ook als een soort missionarissen rond met die boodschap: denk eraan, een kerk heeft meer functies!’
Wat hoop je dat over drie jaar het resultaat is van het programma?
‘Ik hoop in ieder geval dat elke gemeente aan een kerkenvisie werkt of het proces al heeft afgerond. Juist in dat proces zitten alle facetten van kerkgebouwen: het gebruik en de maatschappelijke en cultuurhistorische waarde. Hopelijk kunnen we via dat proces ook een brede kennis opbouwen in de samenleving. Massa’s mensen moeten zich realiseren dat kerken meer zijn dan alleen religieuze gebouwen. Ik hoop echt dat we met alle partners in staat zijn de samenleving in beweging te krijgen.’