In gesprek met Annet van Goor, coördinator verhuur en externe betrekkingen bij de Joriskerk in Amersfoort (2021)
“Vrijwilligers zijn je goud”, stelt Annet van Goor die de culturele en maatschappelijke exploitatie van de St. Joriskerk coördineert. Zonder hen kan ze de geplande activiteiten in de kerk immers niet ten uitvoer brengen. Het is daarom belangrijk dat de vrijwilligers zich betrokken voelen bij wat er in de kerk gebeurt. En dat lukt in Amersfoort. “Ze hebben echt het gevoel dat we het samen doen”.
De St. Joriskerk ligt middenin het historische centrum van Amersfoort. Op zondagen worden er diensten gehouden, op de zes overige dagen wordt de kerk verhuurd als locatie voor concerten, congressen en exposities. In de zomermaanden is het gebouw elke dag open, daarbuiten alleen op zaterdagen. Samen met de beheerder, de enige betaalde medewerker, coördineert Van Goor de vrijwilligers. “Onze vrijwilligers hebben niet te maken met de zondagse dienst”, vertelt Van Goor, “alleen met de openstelling van de kerk in de zomer en met de exploitatie van het gebouw.” Indirect raken ze elkaar wel. De mensen die de kerk voor de zondagse dienst gebruiken moeten het gebouw immers netjes achterlaten. En andersom: “Met ons team zorgen we ervoor dat we de kerk zaterdagavond weer kant en klaar opleveren.”
Inmiddels hebben 60 vaste vrijwilligers zich aan de kerk verbonden. Een groep van dertig vrijwilligers zet zich in voor de zomeropenstelling en draait dan de baliediensten. In tweetallen openen en sluiten zij het kerkgebouw, steken de hoofdkaars aan, heten bezoekers welkom en wijzen op de audiotour en video’s. Een groep van twintig vrijwilligers helpt met de catering als de kerk is verhuurd. De tien assistent beheerders, die tevens een BHV diploma hebben, helpen bij de inrichting en herinrichting van de kerk al naar gelang de verhuur daarom vraagt. Deze vrijwilligers doen het zware sjouwwerk, sluiten de geluidsapparatuur en camera’s aan en bewaken tijdens het evenement de (nood)uitgangen. Op zaterdagavonden moeten ze soms tot laat doorwerken om de kerkbanken weer in de juiste opstelling te zetten.
De assistent-beheerders en de vrijwilligers van de verhuur kunnen zelf intekenen op het evenement dat ze leuk vinden. Sommigen schrijven zich bijvoorbeeld altijd in op huwelijksvoltrekkingen. Anderen helpen juist graag als grote bedrijven hun kerstdiner in de Gerfkamer houden, of pakken liever een klassiek concert mee. “Zo zorg je er ook voor dat vrijwilligers hun inzet leuk blijven vinden”, benadrukt Van Goor. “De roostermaker, een oud-wiskundedocent, weet precies wat je aan wie moet vragen en wie je wel of niet samen moet inroosteren. En dat komt altijd rond.”
Sinds 2012 wordt de St. Joriskerk op cultureel en maatschappelijk vlak geëxploiteerd. Als je net start heb je nog geen enkele vrijwilliger om je te helpen, vertelt Van Goor. “In het begin doe je veel teveel zelf. Dan komt er op een gegeven moment gelukkig iemand die zegt ‘dat kan ik je wel uit handen nemen’.”
De vrijwilligerspoule breidde zich langzaam uit. Bij het werven van nieuwe vrijwilligers probeerde Van Goor vooral te benadrukken dat het leuk is om te helpen. Ze plaatste oproepen in het lokale krantje en liet briefjes achter bij de plaatselijke VVV. Die werving verloopt ook nu nog informeel, veelal via mond-tot-mondreclame. Als er meer handen nodig zijn, worden de huidige vrijwilligers gevraagd om nog eens om zich heen te kijken of wordt er een oproep in de nieuwsbrief geplaatst.
De vrijwilligers voelen zich sterk verbonden met de kerk, weet Van Goor. “Ik probeer ze ook het gevoel te geven dat ze samen met mij vechten voor de instandhouding van het monument.” De vrijwilligers van de zomeropenstelling houden veel van het monumentale en museale en zijn vaak ook betrokken bij het stadsgilde. Ze komen uit een brede kring, zijn deels niet-kerkelijk en zoeken vooral het sociale aspect van vrijwilligerswerk.
Bij de vrijwilligers van de verhuur zit dat vaak net iets anders. Van Goor: “Met de verhuur van de kerk wordt het geld verdiend, dat beseft deze groep heel goed. Hier zitten veel kerkelijk betrokken mensen bij, die weten dat het behoud van de kerk ergens van betaald moet worden. Zij helpen juist daar graag aan mee.” De vrijwilligers van de St. Joriskerk ontvangen geen financiële vergoeding. “Daar vraagt ook niemand om”, zegt Van Goor. De meesten wonen dan ook dichtbij en komen lopend of met de fiets. Veel vrijwilligers zijn bovendien ook Vriend van de kerk. “Je moet niet in geld maar in aandacht je waardering laten zien”, vindt Van Goor. Jaarlijks gaan ze een dagje erop uit, naar Delft of Haarlem bijvoorbeeld, om de monumentale kerk daar te bekijken, een stadswandeling te maken en een museum te bezoeken. Ook kunnen ze natuurlijk gratis naar het concert of de expositie waar ze als vrijwilliger aan meehelpen.
Tijdens het jaarlijkse uitje gaat iedereen mee, ongeacht of je sjouwwerk verricht of koffie schenkt. Van Goor: “Je hebt elkaar nodig. Je moet nooit op de ander neerkijken of naar een ander opkijken.” Die hiërarchie vermijdt Van Goor daarom ook in haar rol als coördinator. Ze houdt nauw contact met de vrijwilligers en laat haar gezicht zoveel mogelijk zien. “Ik zorg dat ik altijd om 14:00 even binnenloop want dan spreek ik de twee vrijwilligers van de ochtenddienst én de twee van de middagdienst. Zo houd je het persoonlijke contact.” Nieuwe initiatieven legt ze bovendien altijd eerst voor aan de vrijwilligers. “Mijn voorstel om een kaarsje op te kunnen steken in de kerk heb ik eerst even uitgezet. Want als driekwart daar tegen is, dan maar geen kaarsjes in de kerk.”
Tekst: Welmoed Wijmans